Coo Consult



BLOG: ATEX

Dinsdag 15 augustus 2023

ATEX

www.coo-consult.nl_ATEX

ATEX is de aanduiding voor explosiegevaarlijke ruimten of omgevingen en is de afkorting van ‘Atmosphères Explosibles’. Dit is afgeleid uit het Frans hetgeen ‘Explosieve Omgevingen’ betekent.

Er zijn 2 richtlijnen voor gebieden waar ontploffingsgevaar kan heersen:
* ATEX-114: is de ATEX-richtlijn voor producten. Europese richtlijn 2014/34/EU
* ATEX-153: is de ATEX-richtlijn voor fabrieken en installaties. Europese richtlijn 1999/92/EG
Een ontploffing is een scheikundige reactie.
Onderstaand worden de twee ATEX richtlijnen nader toegelicht.

ATEX-114 – Europese richtlijn 2014/34/EU
Deze richtlijn heeft te maken met het vervaardigen en het op de markt brengen van apparaten en beveiligingssystemen voor gebruik in een explosieve omgeving.
Verder worden hierin genoemd de eisen voor het ontwerp, de constructie, het testen en het markeren van ATEX apparatuur en ATEX beschermingssystemen.
Fabrikanten moeten aan de veiligheids- en gezondheidseisen voldoen voordat zij hun producten op de EU markt mogen brengen.

ATEX-153 – Europese richtlijn 1999/92/EG
Deze richtlijn beschrijft de minimumeisen voor de bescherming en verbetering van de veiligheid en gezondheid van de werknemers die gevaar kunnen lopen ten gevolge van explosieve atmosferen.
Werkgevers zijn verplicht om een risicobeoordeling uit te voeren en bijbehorende passende maatregelen te treffen om het explosierisico voor de werknemers te voorkomen en te beheersen alsmede werknemers daartegen te beschermen.
De richtlijn bevat verder handvaten voor informatie, opleiding en instructies voor werknemers om zich bewust te worden van de mogelijke gevaren en hoe de werknemers daar veilig mee om moeten gaan.

Bij ATEX wordt onderscheid gemaakt tussen explosieve gasmengsels en explosieve stofmengsels.

www.coo-consult.nl_ATEX-2

Een ATEX zonering bij gasontploffingsgevaar bestaat uit 3 zones namelijk:
• Zone 0: een plaats waar het gebruikelijk is dat er vaak of voor langere tijd gas aanwezig is.
• Zone 1: een plaats waar af en toe gas aanwezig is (soms).
• Zone 2: een plaats waar normaliter geen gas aanwezig is (of zeer sporadisch; bijv. bij een storing).

Een ATEX zonering bij stofontploffingsgevaar bestaat ook uit 3 zones namelijk:
• Zone 20: een plaats waar vaak of voor langere tijd een explosieve atmosfeer door stof aanwezig is.
• Zone 21: een plaats waar af en toe (soms) een explosieve atmosfeer door stof aanwezig is.
• Zone 22: een plaats waar normaliter geen explosieve atmosfeer door stof aanwezig is (of zeer sporadisch; bijv. bij een storing).

De zone-indeling moet aan diverse eisen voldoen en wordt nader gespecificeerd in de norm NPR-7910. Het gevarenpunt wordt ook wel ‘lekkagepunt’ genoemd en kent 2 verschillende lekkagehoeveelheden:
• Een kleine lekkage van minder dan 1 gram/sec.
• Een grote lekkage van minder dan 10 gram/sec.

Bij stofontploffingsgevaar is verder van belang hoe groot de deeltjes zijn (uitgedrukt in mm). De hoeveelheid en de mate van ventilatie in de directe omgeving zijn ook belangrijk.

www.coo-consult.nl_ATEX-3

Bij zowel gasontploffingsgevaar als stofontploffingsgevaar moet uitgezocht worden waar de gevarenbron zicht bevindt. Dit kan in de buitenlucht zijn, in een open gebouw of in een gesloten gebouw.
Een gesloten gebouw wordt nog verder onderverdeeld in de volgende categorieën:
* Een groot gebouw met natuurlijke ventilatie.
* Een gebouw waarbij geen ventilatie aanwezig is.
* Een gebouw met beperkte ventilatie.
* Een gebouw waarbij gebruik wordt gemaakt van kunstmatige ruimteventilatie (in een bepaald gebied).
* Een gebouw waarbij gebruik wordt gemaakt van puntafzuiging (plaatselijke ventilatie).

www.coo-consult.nl_ATEX-4

Voordat er gekeken wordt naar welke soort explosief materiaal er nodig is moet het volgende bekend zijn:
• Om welke zone of zone(s) gaat het precies.
• Om welke gevaren gaat het of zouden er eventueel kunnen plaatsvinden (dit moet ook vermeld staan in het ‘Explosieveiligheidsdocument’; een aanvullende RI&E is voor ATEX).

Om het juiste type materiaal en de beschermingsgraad te selecteren moet je weten welke zone of zones er zijn en welke gevaren er uitgesloten dienen te worden met het explosieveilige materiaal. Onderstaand een overzicht:

Beschermingsprincipe                                         Wijze van bescherming
Energiebeperking.                                                 Intrinsiek veilig.
Vermijding van de ontstekingsbron.                  Verhoogde veiligheid; niet vonkend.
Insluiting.                                                                Drukvast; zandvulling.
Uitsluiting.                                                              Ingegoten; overdruk; onder olie.

ATEX apparatuur en beveiligingssystemen moeten voorzien zijn van een specifiek ATEX symbool dat passend en toereikend is voor de zone en omvang waar het om gaat.
Voorbeelden van ATEX gecertificeerde producten zijn bijvoorbeeld: elektrische apparaten, mechanische apparaten, sensoren, verlichtingsarmaturen en communicatieapparatuur.

× Afspraak maken of stel een vraag